Dinsdag, 3 oktober
Vannacht iets beter in het stro geslapen, toch valt het niet mee. Nou ja, we zijn nog dankbaar dat we zo liggen. Wij hoorden een verhaal over twintig man op de grond in een huiskamer zonder brandstof en Wientjes zat in een kamertje
en moest fl. 52.50 per week betalen, zonder eten of drinken. Afzetterij, vreselijk! Zo is het overal wat.
Vanmorgen zijn Alie en ik naar Renkum geweest, we hebben het maar gewaagd en het is gelukt. Op de terugweg kregen we dichtbij nog een paar treffers, maar we zorgden gauw uit de gevaarlijke zone te komen. Renkum was uitgestorven, er was geen mens te zien. Alleen op de Bennekomseweg
fietsten nog wat mensen die evenals wij nog wat trachten te redden. Ten Hoopen was naar de Rijn geweest en werd opgebracht. Met een flinke uitbrander bracht hij het eraf.
Mijn hoofddoel was om Jessy op te halen. Het had mij al steeds dwars gezeten dat het arme beest daar alleen was achtergebleven. Toen hij me zag sprong die als een gek tegen me op. Gauw ging ik toen de kelder in en heb verschillende
dingen gepakt: blikken, dekens, witte jassen, een doos schrijfpapier (waar ik nu plezier van heb), schoenen en wat klompen voor de kinderen. Alie zocht snel wat stopwol en garen en wat kleren en toen als de bliksem weg. We waren
bang in eigen huis. Corton had nog een voltreffer gekregen, De Wit ook en De Achterdorpsstraat net zo.
Veel gelegenheid om rond te kijken hadden we niet. Gauw wegkomen was de hoofdzaak. Mama en de kinderen zaten in angst te wachten op onze thuiskomst.