Woensdag 20 september, ‘s avonds zeven uur

Vannacht hebben we tamelijk rustig geslapen. Wel werd er een poos met harde knallen geschoten, maar we hadden er hier toch geen hinder van, of beginnen we er al aan te wennen?

Om zeven uur opgestaan. Marie heeft erge hoofdpijn. Ze heeft veel getobd over dat onze kelder niet voldoende beveiligd was. Wij hebben zware balken over de ingang gelegd, zodat er wel een tank overheen kan rijden. Tevens hebben we een gat gegraven in de garage zodat wij alleen maar de muur hoeven door te slaan om te ontsnappen.

Net na het eten begonnen de jachtvliegtuigen weer te razen en even later kwamen er opnieuw luchttroepen aanvliegen: parachutisten en zweefvliegtuigen. Er werd verschrikkelijk geschoten en wij moesten steeds de kelder in. Om zes uur ‘s avonds weer zo’n luchtlanding. Wij zitten er erg over in: de Tommy’s komen dichtbij de Duitsers terecht en er worden er heel veel doodgeschoten voordat ze de grond bereikt hebben. Ook worden er veel gevangengenomen. Een paar zware bommenwerpers gingen verloren. Weer gingen wij geregeld de kelder in en uit.

Vanmorgen waren er veel dodentransporten met wagens en driewielers. Wat een ellende is dat toch, al die jonge kerels doodgeschoten. De hele dag is er gewondenvervoer naar Wageningen, sommigen zijn halfdood, anderen met ontblote lichamen en vol met bloed. Enkelen schijnen van hun wonden nog niet zoveel hinder te hebben en hangen buiten aan de auto’s. Er kwamen ook twee colonnes krijgsgevangen Tommy’s voorbij. Ze hadden goede zin, zongen, gaven knipoogjes en wij maakten met de vingers de letter V, waar ze erg veel plezier in hadden. Ze gingen richting Wageningen, waaruit wij opmaakten dat Arnhem nog in handen van de Tommy’s was.

Het is nu nog druk in de straat. Wij zitten zonder stroom en gas en horen dus helemaal geen nieuws. Er zijn allemaal tegenstrijdige berichten. Oosterbeek moet erg gehavend zijn. Om tien uur heb ik nog even boven gekeken. Nijmegen en Arnhem branden beide nog zeer fel.