Zaterdag 30 september
Weer de hele nacht niet geslapen door granaatinslagen. We weten nu zo langzamerhand wat het betekent om in de frontlinie te zitten. De Duitsers zijn achter ons, de Engelsen zijn voor ons en wij zitten ertussenin. Het is haast niet vol te houden. Haast de hele dag zit je in de kelder en slechts af en toe kan je eens even naar boven. Je ziet haast niemand op de weg. Enkelen proberen nog met levensgevaar wat noodzakelijke levensmiddelen te krijgen, maar ze lopen dan heel dicht langs de huizen.
Gisteren zijn een vrouw en een kind gedood op de Hoogekamp en ook een meisje uit Heelsum. Zojuist is aannemer Emmen met zijn zoon en nog een heer getroffen: alle drie zijn ze dood. Het veiligste zit je nog in de kelder, maar je moet er weleens uit en de nieuwsgierigheid speelt ook een rol. Wat een verschrikkelijke tijd toch! De familie Emmen is wel erg zwaar getroffen. Het gehuil van de vrouw en kinderen klonk de Dorpsstraat door. We zitten weer in de kelder en mevrouw Hurkmans heeft kans gezien een kop chocolade warm te krijgen. Daar knap je iets van op. Ria heeft de konijnen en de hond van de buren verzorgd, de beesten hadden niets meer te vreten.
Zaterdag 30 september, ’s avonds acht uur
We hebben brood gegeten in de kelder. Er fluiten steeds granaten over ons heen. Zeker een voorproefje voor vannacht? Renkum heeft weer erg geleden. Budding de bakker is zwaar beschadigd en zo nog een paar winkels. De Achterdorpsstraat kreeg weer verschillende treffers, zo gaat ons hele dorp in puin.
De granaten slaan nu weer vlakbij in. Wat zijn we net weer geschrokken: een zware granaat viel vlak bij ons neer. De kelder trilde en beefde. Wij kijken elkaar eens aan, maar de angst staat op alle gezichten. Boem, weer zo’n zware slag. Ik schrijf dit nog neer, maar het is haast niet te doen. Ik schei ermee uit.