Zondag 15 oktober

Mama heeft een nare nacht gehad, zware hoofdpijn en last van de maag. Ze ligt nu boven op bed en zal vandaag wel boven moeten blijven. Nu merk je hoe onmisbaar zij is! Vanmorgen ben ik niet naar de Heilige Mis geweest. Mama was te ziek en er waren veel jachtvliegtuigen in de lucht en de bommen vallen dichtbij, het ging niet.

Vanmorgen ben ik mijn dasboordenknoop verloren in het stro. Ondanks alle moeite kan ik hem niet terugvinden en ik moet nu met een geleende das rondstappen.

Ik zit weer te piekeren. Het is nu halfelf en dan begon altijd de Hoogmis in Renkum. Met welk een verlangen denk ik daaraan terug. Ik zou wel op de blote voeten naar Renkum willen, naar ons eigen huis. Nu voel je pas hoe rustig en gelukkig wij geleefd hebben met ons grote gezin en wat wij nu allemaal missen.

Wat een ellende brengt die bevrijding voor ons mee, en toch moet het zo, ondanks alles. Wij zullen alles moeten dragen, hoe zwaar het ook is.

De mensen zijn hier doodgoed, maar we eten het genadebrood en dat valt zwaar. Wel betalen wij alle extra voeding, melk, kaas, boter, aardappelen, enzovoorts. Het vertrek hebben wij nog een paar dagen uitgesteld. Voor boer Janssen moet ik eerst nog een klusje opknappen, en dan moeten wij weg. Opgejaagd als een koppel vee! Ik zie ertegenop om naar Montfoort te gaan.

Afijn het is nog geen woensdag en misschien brengt deze week uitkomst. Nu zit het me erg dwars en weet ik niet wat te doen.

Zondag 15 oktober, ’s avonds zeven uur

Mama is opgestaan en voelt zich weer wat beter. Ten Hoopen, Wientjes en Peter van Wijk zijn vanmiddag geweest. Wat zal ik die gesprekken met bekenden over Renkum missen als we eenmaal in Montfoort zijn. Wientjes is vanmorgen naar Renkum geweest, maar heeft zijn huis niet gezien. Er vielen zoveel granaten dat ze bij Corton een uur in de kelder hebben gezeten en niets hebben gered.

Theus Janssen is vandaag jarig, we hebben hem een mooi boek gegeven. Er is vanavond een traktatie en we gaan even de ellende vergeten.